Bijvoeglijke naamwoorden in het Roemeens

Bijvoeglijke naamwoorden zijn een belangrijk onderdeel van elke taal. Met de onderstaande Roemeense bijvoeglijke naamwoorden leer je in een mum van tijd veelgebruikte Roemeense bijvoeglijke naamwoorden. Samen met andere basis zelfstandige naamwoorden en werkwoorden kun je hiermee snel basiszaken in het Roemeens uitdrukken. Bekijk voor nog meer Roemeense bijvoeglijke naamwoorden onze leermiddelen voor Roemeens aan het einde van de pagina.
Basisbijvoeglijke naamwoorden in het Roemeens
Kleuren in het Roemeens
Gevoelens in het Roemeens
Ruimte in het Roemeens
Andere belangrijke bijvoeglijke naamwoorden in het Roemeens


Basisbijvoeglijke naamwoorden in het Roemeens


NederlandsRoemeens  
zwaar in het Roemeensgreu (grea, greu, grei/grele)
licht in het Roemeensușor (ușoară, ușor, ușori/ușoare)
correct in het Roemeenscorect (corectă, corect, corecți/corecte)
fout in het Roemeensgreșit (greșită, greșit, greșiți/greșite)
moeilijk in het Roemeensdificil (dificilă, dificil, dificili/dificile)
gemakkelijk in het Roemeenssimplu (simplă, simplu, simpli/simple)
weinig in het Roemeenspuțini/puține
veel in het Roemeensmulți/multe
nieuw in het Roemeensnou (nouă, nou, noi)
oud in het Roemeensvechi (veche, vechi, vechi)
langzaam in het Roemeenslent (lentă, lent, lenți/lente)
snel in het Roemeensrapid (rapidă, rapid, rapizi/rapide)
arm in het Roemeenssărac (săracă, sărac, săraci/sărace)
rijk in het Roemeensbogat (bogată, bogat, bogați/bogate)

Kleuren in het Roemeens


NederlandsRoemeens  
wit in het Roemeensalb (albă, alb, albi/albe)
zwart in het Roemeensnegru (neagră, negru, negri/negre)
grijs in het Roemeensgri (gri, gri, gri)
groen in het Roemeensverde (verde, verde, verzi)
blauw in het Roemeensalbastru (albastră, albastru, albaștri/albastre)
rood in het Roemeensroșu (roșie, roșu, roșii)
roze in het Roemeensroz (roz, roz, roz)
oranje in het Roemeensportocaliu (portocalie, portocaliu, portocalii)
paars in het Roemeensmov (movă, mov, movi/move)
geel in het Roemeensgalben (galbenă, galben, galbeni/galbene)
bruin in het Roemeensmaro (maro, maro, maro)

Gevoelens in het Roemeens


NederlandsRoemeens  
goed in het Roemeensbun (bună, bun, buni/bune)
slecht in het Roemeensrău (rea, rău, răi/rele)
zwak in het Roemeensslab (slabă, slab, slabi/slabe)
sterk in het Roemeensputernic (puternică, puternic, puternici/puternice)
gelukkig in het Roemeensfericit (fericită, fericit, fericiți/fericite)
verdrietig in het Roemeenstrist (tristă, trist, triști/triste)
gezond in het Roemeenssănătos (sănătoasă, sănătos, sănătoși/sănătoase)
ziek in het Roemeensbolnav (bolnavă, bolnav, bolnavi/bolnave)
hongerig in het Roemeensînfometat (înfometată, înfometat, înfometați/înfometate)
dorstig in het Roemeensînsetat (însetată, însetat, însetați/însetate)
eenzaam in het Roemeenssingur (singură, singur, singuri/singure)
moe in het Roemeensobosit (obosită, obosit, obosiți/obosite)

Ruimte in het Roemeens


NederlandsRoemeens  
kort in het Roemeensscurt (scurtă, scurt, scurți/scurte)
lang in het Roemeenslung (lungă, lung, lungi)
klein in het Roemeensmic (mică, mic, mici)
groot in het Roemeensmare (mare, mare, mari)
hoog in het Roemeensînalt (înaltă, înalt, înalți/înalte)
laag in het Roemeensjos (joasă, jos, joși/joase)
steil in het Roemeensabrupt (abruptă, abrupt, abrupți/abrupte)
vlak in het Roemeensplat (plată, plat, plați/plate)
ondiep in het Roemeenspuțin adânc (adâncă, adânc, adânci)
diep in het Roemeensadânc (adâncă, adânc, adânci)
smal in het Roemeensîngust (îngustă, îngust, înguști/înguste)
breed in het Roemeenslat (lată, lat, lați/late)


Andere belangrijke bijvoeglijke naamwoorden in het Roemeens


NederlandsRoemeens  
goedkoop in het Roemeensieftin (ieftină, ieftin, ieftini/ieftine)
duur in het Roemeensscump (scumpă, scump, scumpi/scumpe)
zacht in het Roemeensmoale (moale, moale, moi)
hard in het Roemeenstare (tare, tare, tari)
leeg in het Roemeensgol (goală, gol, goi/goale)
vol in het Roemeensplin (plină, plin, plini/pline)
vuil in het Roemeensmurdar (murdară, murdar, murdari/murdare)
schoon in het Roemeenscurat (curată, curat, curați/curate)
zoet in het Roemeensdulce (dulce, dulce, dulci)
zuur in het Roemeensacru (acră, acru, acri/acre)
jong in het Roemeenstânăr (tânără, tânăr, tineri/tinere)
oud in het Roemeensbătrân (bătrână, bătrân, bătrâni/bătrâne)
koud in het Roemeensrece (rece, rece, reci)
warm in het Roemeenscald (caldă, cald, calzi/calde)


Kleuren in het Roemeens

Downloaden als PDF

Vocabulaireboeken Roemeens

Leer Roemeens - Snel / Gemakkelijk / Efficiënt

Leer Roemeens - Snel / Gemakkelijk / Efficiënt

Dit boek bevat een reeks woordenlijsten met 2000 van de meest voorkomende woorden en zinnen, gerangschikt op basis van hun voorkomen in dagelijks taalgebruik. Dit vocabulaireboek volgt de 80/20-regel: het zorgt ervoor dat u eerst de belangrijkste woorden en zinsstructuren leert om u te helpen snel vooruitgang te boeken en gemotiveerd te blijven.
Roemeens vocabulaireboek

Roemeens vocabulaireboek

Dit vocabulaireboek bevat meer dan 3000 Roemeense woorden en zinnen die zijn gesorteerd per onderwerp, zodat u eenvoudig kunt kiezen wat u eerst wilt leren. Bovendien bevat de tweede helft van het boek twee indexsecties die als basiswoordenboeken kunnen worden gebruikt om woorden in een van de twee talen op te zoeken. De 3 onderdelen samen vormen een geweldige informatiebron voor cursisten van alle niveaus.


Flashcards Roemeens

Flashcardo

Gratis Roemeense Flashcards

Op Flashcardo kun je gratis online flashcards vinden voor meer dan 50 talen die je zullen helpen je vaardigheden in een hoog tempo te verbeteren

Gratis Leermaterialen